Fipralone spot on hond small
Flea free S, 67 mg spot-on oplossing voor kleine honden 2-10 kg
Diergeneesmiddel 102204 AV
Toepassing
Behandeling van vlooien (Ctenocephalides spp.) en teken (Dermacentor reticulatus) infestaties.
Claims
Het diergeneesmiddel is tot 8 weken effectief tegen nieuwe vlooien infecties en tot 4 weken tegen teken (Ixodes ricinus, Dermacentor reticulatus, Rhipicephalus sanguineus). Indien sommige soorten teken (Ixodes ricinus, Rhipicephalus sanguineus) bij toediening al aanwezig zijn als het diergeneesmiddel wordt gebruikt, kan het zijn dat niet alle teken binnen de eerste 48 uur worden gedood, maar binnen 1 week.
Het diergeneesmiddel kan gebruikt worden als onderdeel van een behandelingsstrategie tegen door vlooien veroorzaakte allergische dermatitis (= Flea Allergy Dermatitis (FAD)) wanneer dit door een dierenarts is vastgesteld.
Niet gebruiken bij
In afwezigheid van beschikbare gegevens, het diergeneesmiddel niet toedienen aan pups jonger dan 2 maanden oud en/of aan pups die minder dan 2 kg wegen.
Niet gebruiken bij zieke (systemische ziekten, koorts, etc.) of herstellende dieren.
Niet gebruiken bij konijnen, aangezien bijwerkingen en zelfs sterfte kunnen voorkomen.
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor de actieve stof of een van de hulpstoffen.
Dit diergeneesmiddel is specifiek ontwikkeld voor honden. Niet gebruiken bij katten, omdat dit tot overdosering kan leiden.
Extra voorzichtig bij:
Wassen van de hond 1 uur vóór de behandeling heeft geen effect op de werkzaamheid van het diergeneesmiddel tegen vlooien. Baden/onderdompelen in water binnen 2 dagen na toediening van het diergeneesmiddel moet worden vermeden. Wekelijks baden in water gedurende 1 minuut vermindert de werkingsduur tegen vlooien met 1 week en daarom wordt aanbevolen veelvuldig zwemmen en wassen met shampoo te vermijden.
Het diergeneesmiddel voorkomt niet de aanhechting van teken aan de dieren. Als het dier behandeld is vóór de bloostelling aan teken, zullen de teken binnen de eerste 24-48 uur na aanhechting worden gedood. Dit vindt in de regel plaats voordat de teken zich vol gezogen hebben (met bloed). Hierdoor wordt het risico op transmissie van ziekten geminimaliseerd, maar niet uitgesloten.
Eenmaal dood zullen de teken van het dier vallen maar eventuele resterende teken kunnen worden verwijderd door deze voorzichtig los te trekken
Vlooien van huisdieren infesteren vaak de gebruikelijke rustplaatsen, zoals de mand en de dekens van het dier, tapijten en gestoffeerd meubilair. Deze plekken moeten daarom behandeld worden bij aanvang van de bestrijdingsmaatregelen en in geval van een massale infestatie met een geschikt bestrijdingsmiddel en door regelmatig stofzuigen.
Indien gebruikt bij de behandeling van allergische dermatitis door vlooien, is maandelijkse behandeling van de allergische patiënt en alle andere dieren in het huishouden noodzakelijk.
Voor optimale vlooien bestrijding in huishoudens met meerdere dieren, dienen alle honden en katten te worden behandeld met een passend bestrijdingsmiddel.
Inname met ander geneesmiddel
Geen interacties bekend.
Inname bij zwangerschap en borstvoeding
Uit laboratoriumstudies met fipronil zijn geen gegevens naar voren gekomen die wijzen op teratogene of foetotoxische effecten.
Er zijn geen studies uitgevoerd bij drachtige of lacterende teven voor dit diergeneesmiddel. Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/risicobeoordeling van de behandelend dierenarts
Mogelijke bijwerkingen
Indien het diergeneesmiddel opgelikt wordt, kan een korte periode van overmatig speekselen worden opgemerkt, hoofdzakelijk te wijten aan de dragerstof.
Als zeer zelden voorkomende bijwerkingen zijn waargenomen: voorbijgaande huidreacties op de plaats van toediening (huidverkleuring, lokale kaalheid, jeuk, roodheid) en gegeneraliseerde jeuk of kaalheid.
In uitzonderlijk zeldzame gevallen zijn overmatig speekselen, reversibele neurologische symptomen (overgevoeligheid, depressie, nerveuze verschijnselen), braken of ademhalingsproblemen waargenomen.
Samenstelling
Werkzame stof: Fipronil 67 mg
Hulpstoffen: Benzylalcohol, Butylhydroxyanisol (E 320), Butylhydroxytolueen (E 321), Diethyleen glycolmonoethyl ether
Dosering
Alleen voor uitwendig gebruik. Dien het diergeneesmiddel toe op de huid, tussen de schouderbladen 1 pipet van 0,67 ml per hond van 2 tot 10 kg lichaamsgewicht
Aanwijzing voor het gebruik
Haal de pipet uit de blister verpakking. Houd de pipet rechtop. Draai de dop en trek deze van de pipet.
Draai de dop om en plaats de achterkant van de dop op de pipet. Druk en draai de dop rond op de punt van de pipet om de pipet te openen.
Duw de haren opzij tot de huid goed zichtbaar is. Plaats de punt van de pipet direct op de kale huid en knijp meerdere keren goed in de pipet om de pipet helemaal leeg te maken. Breng de inhoud aan op één of 2 plaatsen op de rug van het huisdier.
Het is belangrijk om het diergeneesmiddel daar aan te brengen waar het dier het er niet van af kan likken en dat dieren elkaar niet likken direct na het aanbrengen van de vloeistof.
Zorg er voor dat de haren niet erg nat worden na toediening omdat er dan een kleverige plek kan ontstaan op de plaats van toediening. Als dit toch zou optreden zal de plek verdwijnen binnen 24 uur na toediening.
Toedieningsschema:
Voor een optimale vlooien en/of tekenbestrijding zal het behandelingsschema aangepast kunnenworden aan de plaatselijke omstandigheden.
In afwezigheid van veiligheidsstudies is het minimale behandelingsinterval 4 weken.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Dieren moeten vóór behandeling nauwkeurig gewogen worden.
Vermijd contact met de ogen van het dier. In geval van oogcontact, onmiddellijk en grondig ogenspoelen met water.
Het is belangrijk ervoor te zorgen dat het diergeneesmiddel op een plaats wordt toegediend waar het niet opgelikt kan worden en ervoor te zorgen dat dieren elkaar niet likken na de behandeling.
Gebruik het diergeneesmiddel niet op wonden of beschadigde huid.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient
Dit diergeneesmiddel kan irritatie van de slijmvliezen en ogen veroorzaken, daarom moet contact van hetdiergeneesmiddel met de mond en ogen vermeden worden.
Na accidenteel contact met de ogen dienen de ogen onmiddellijk en grondig met water te worden gespoeld.
Als de oogirritatie aanhoudt zoek medische hulp en neem de verpakking of bijsluiter aan de arts zien.
Niet eten, drinken of roken tijdens toediening.
Vermijd dat de inhoud in contact komt met vingers. Indien dit wel gebeurt was de handen met water
en zeep.
Handen wassen na gebruik.
Personen met een bekende overgevoeligheid voor fipronil of één van de hulpstoffen (zie rubriek 6.1 bijsluiter)
moeten contact met dit diergeneesmiddel vermijden.
Behandelde dieren mogen niet aangeraakt worden tot de toedieningsplaats droog is. Kinderen mogen
niet met de behandelde dieren spelen totdat de toedieningsplaats droog is. Daarom wordt het
aanbevolen om dieren niet overdag te behandelen maar in de vroege avond en om recent behandelde
dieren niet te laten slapen bij de eigenaren en in het bijzonder bij kinderen.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient Dit diergeneesmiddel kan irritatie van de slijmvliezen en ogen veroorzaken, daarom moet contact van het diergeneesmiddel met de mond en ogen vermeden worden.
Na accidenteel contact met de ogen dienen de ogen onmiddellijk en grondig met water te worden gespoeld.
Als de oogirritatie aanhoudt zoek medische hulp en neem de verpakking of bijsluiter aan de arts zien.
Niet eten, drinken of roken tijdens toediening.
Vermijd dat de inhoud in contact komt met vingers. Indien dit wel gebeurt was de handen met wateren zeep.
Handen wassen na gebruik.
Personen met een bekende overgevoeligheid voor fipronil of één van de hulpstoffen (zie rubriek 6.1 bijsluiter)
moeten contact met dit diergeneesmiddel vermijden.
Behandelde dieren mogen niet aangeraakt worden tot de toedieningsplaats droog is. Kinderen mogen niet met de behandelde dieren spelen totdat de toedieningsplaats droog is. Daarom wordt hetaanbevolen om dieren niet overdag te behandelen maar in de vroege avond en om recent behandelde dieren niet te laten slapen bij de eigenaren en in het bijzonder bij kinderen.
Bewaaradvies
Op een droge plaats bewaren.
Bewaren beneden 30°C.Bewaren in de oorspronkelijke verpakking.
Alleen vlak vóór gebruik de pipetten uit de blister verpakking nemen
Overige informatie
Fipronil kan ongunstige effecten hebben voor vissen en andere waterorganismen. Honden mogen niet zwemmen binnen 2 dagen na behandeling.
Het diergeneesmiddel kan nadelige effecten hebben op geverfde, geverniste of andere huishoudelijke oppervlakten of meubels.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Er werden geen bijwerkingen waargenomen in veiligheidsstudies bij 2 maanden oude pups, groeiende honden en honden met een lichaamsgewicht van ongeveer 2 kg, na een behandeling met 5 maal de aanbevolen dosering (dagelijkse therapeutische dosering, toegediend gedurende 5 opeenvolgende dagen). Het risico van optreden van bijwerkingen (zie rubriek 4.6 bijsluiter) kan echter toenemen wanneer
overgedoseerd wordt.
Lees voor gebruik de bijsluiter.
Vergunninghouder
Alfamed
1ère avenue 2065 m L.I.D.
06516 Carros
FRANKRIJK